ADHD | ADD

Uw kind heeft concentratieproblemen? U herkent symptomen van ADD of symptomen van ADHD in uw kind? U overweegt een test ADHD voor uw kind? Concentratieproblemen staan schoolsucces in de weg? Voordat de behandeling start doen we onderzoek of er sprake is van ADHD, of dat er mogelijk iets anders aan de hand is. 

ADHD is een DSM-IV classificatie. In het Nederlands: Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. In het Engels: Attention Deficit Hyperactivity Disorder.

Als er sprake is van ADHD, dan starten we hier de behandeling voor binnen OCRN. Deze behandeling kan bestaan uit een combinatie van individuele behandeling, deelname aan groepsbehandeling, ouderbegeleiding en/of medicatiebehandeling. Als het nodig is, krijg je op basis van je problemen een meer uitgebreide behandeling. De duur en het resultaat van de behandeling zijn onder meer afhankelijk van de ernst van je klachten, dit wordt binnen het traject goed gevolgd. 

Definitie van het probleem en enkele wetenswaardigheden
Een aandachtstekortstoornis begint in de kinderleeftijd. Er is sprake van een afwijking in het functioneren van de hersenen. Er zijn drie typen:
1. Aandachtszwakke type: ADD;
2. Hyperactief/impulsieve type;
3. Mengvorm (deze is het meest voorkomend).
 
Wat zie ik in de klas, hoe herken ik dit gedrag/deze stoornis? Wat zijn de symptomen?
Aandachtsproblemen; deze leerlingen hebben meer dan gemiddeld moeite om:
  • Aan het werk te gaan en te blijven;
  • Aanwijzingen op te volgen;
  • Hun werk te organiseren en af te maken;
  • De hoofd- van de bijzaken te onderscheiden;
  • Zich te herinneren wat ze van plan waren;
  • Zich te herinneren waar ze hun spullen laten;
  • Prikkels van buiten te negeren;
  • Vlot te reproduceren wat ze hebben geleerd (terwijl ze het wel weten);
  • Hun aandacht te richten en vast te houden;
  • Hyperactiviteit-impulsiviteit: zij hebben meer dan gemiddeld moeite om:
  • Handen en voeten stil te houden, rustig op een stoel te zitten;
  • Op de plaats in de klas te blijven zitten; ze staan zomaar op;
  • Op hun beurt te wachten.
  • Wat doen deze leerlingen wel?
  • Zijn voortdurend in de weer en draven maar door;
  • Praten aan één stuk;
  • Zijn rusteloos;
  • Houden zich tijdens de les bezig met andere zaken: krassen, pennen demonteren, praten met buren etc.;
  • Gooien het antwoord er al uit voordat de vraag afgemaakt is;
  • Verstoren bezigheden van anderen of dringen zich op.
 
Buiten de klas: maken van fysiek contact. Leerlingen doen ‘gevaarlijke’ dingen voor zichzelf en anderen (pootje haken, laten struikelen, duwen, tassen weggooien).
 
De beste aanpak in de klas
  • Geef korte, duidelijke opdrachten;
  • Herhaal steeds regels en afspraken;
  • Zorg voor voldoende prikkelende, uitdagende lesstof;
  • Houd de aandacht vast door afwisselende werkvormen te gebruiken;
  • Beloon en complimenteer vaak;
  • Geef alternatieven bij ongewenst gedrag; benoem het gewenste gedrag;
  • Probeer tijdens klassikale les zoveel mogelijk oogcontact te houden; dan zie je ook eerder of de leerling gaat afdwalen of drukker wordt;
  • Plan rust- en ontspanningsmomenten in gedurende de les;
  • Stel gewoon vriendelijk, maar strikt wat de leerling moet doen; laat je niet tot discussies verleiden. Verbaliseer niet te veel;
  • Zorg voor afgeschermde werkplek: apart en vooraan dicht bij de leerkracht (niet bij raam of deur);
  • Leer de leerling telkens zijn werk na te kijken om zoveel mogelijk slordigheidsfouten te voorkomen;
  • Blijf het pittige, energierijke, creatieve kind achter de druktemaker zien.
 
In ieder geval niet doen
  • Zonder begeleiding laten samenwerken;
  • Gedrag bestraffen zonder alternatieven aan te bieden;
  • Bij raam of deur neerzetten.
 
Bron: Cordys 
Direct aanmelden